Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG8847

Datum uitspraak2008-12-18
Datum gepubliceerd2009-01-05
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Breda
Zaaknummers516719 vv 08-88
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

- Voorlopige voorziening. - Concurrentiebeding. - Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is na afloop van 1 jaar stilzwijgend voortgezet op dezelfde vroegere voorwaarden. - Geen sprake van tegenspraak. - Door werknemer is niet gesteld dat er sprake is van een (zodanig ingrijpende) wijziging in de arbeidsverhouding dat daardoor het concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder op hem is gaan drukken, hetgeen hernieuwde schriftelijke vastlegging vergde. - Voldaan aan schriftelijkheidsvereiste. - Conclusie is dat het in het oorspronkelijke arbeidscontract opgenomen schriftelijke non-concurrentiebeding, ook in de stilzwijgend voortgezette arbeidsovereenkomst geacht moet worden te zijn opgenomen. - Nu er sprake is van een schending van het concurrentiebeding, zijn de vorderingen van eiseres in conventie, toewijsbaar. - Volgt een afwijzing van de vorderingen in (voorwaardelijke) reconventie, primair inhoudende een vernietiging, subsidiair een schorsing van het concurrentiebeding.


Uitspraak

RECHTBANK BREDA Sector kanton Locatie Bergen op Zoom zaak/rolnr.: 516719 VV 08-88 vonnis in kort geding d.d. 18 december 2008 inzake de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Databyte B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Steenbergen, eiseres in conventie, verweerster in voorwaardelijke reconventie, hierna te noemen “Databyte”, gemachtigde: mr. W.J. Jurgers, advocaat te Bergen op Zoom, tegen 1. [CL], wonende te [adres], 2. de besloten vennootschap [ L BV], gevestigd en kantoorhoudende te [adres], 3. de besloten vennootschap Lantack B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Halsteren, aan het Klaverblad 40, gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie, hierna afzonderlijk ook te noemen “[CL]”, “[L BV]” en “Lantack”, gemachtigde: mr. J.C.M. Nuijten, advocaat te Bergen op Zoom. 1. Het verloop van het geding In conventie en voorwaardelijke reconventie: 1.1 De procesgang blijkt uit de volgende stukken: a. het exploot van dagvaarding van 6 november 2008, met producties; b. de fax van mr. Nuijten d.d. 3 december 2008, met producties; c. de twee faxen van mr. Jurgers d.d. 4 december 2008, met producties; d. de aantekeningen van de griffier met betrekking tot de mondelinge behandeling van de vordering ter zitting van 4 december 2008, met bijbehorend audiëntieblad. 1.2 De inhoud van deze stukken - alsmede van de door mr. Nuijten en mr. Jurgers ter zitting overgelegde pleitnotities - geldt als hier ingelast. De pleitnotitie met producties van mr. Nuijten behelst een antwoord in conventie en een voorwaardelijke eis in reconventie. Op de inhoud van alle voornoemde stukken en op hetgeen overigens ter zitting is aangevoerd, wordt voor zover nodig, hierna terug gekomen. 2. Het geschil In conventie: 2.1 Databyte vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad: 1. [CL] en [L BV] te veroordelen hun werkzaamheden voor Lantack alsmede hun betrokkenheid bij Lantack te beëindigen alsmede beëindigd te houden tot 31 maart 2009, alsmede [CL] te veroordelen tot naleving van het non-concurrentiebeding, opgenomen in artikel 5.1 van de tussen partijen gesloten schriftelijke arbeidsovereenkomst d.d. 18 oktober 2001, zulks eveneens tot 31 maart 2009 en op straffe van een hoofdelijk te verbeuren dwangsom van € 2.500,00 per overtreding en voor elke dag dat deze overtreding voortduurt; 2. Lantack te veroordelen tot 31 maart 2009 om op geen enkele wijze, niet direct en niet indirect, door middel van [L BV] noch op andere wijze, [CL] nog toe te laten tot en/of in te schakelen ten behoeve van Lantack, niet direct en niet indirect, alsmede op geen enkele wijze nog gebruik te maken van de diensten van [CL], zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.500,00 per overtreding en voor elke dag dat deze overtreding voortduurt; 3. [CL], [L BV] en Lantack te veroordelen om hun werkzaamheden voor relaties, die tijdens het dienstverband van [CL] bij Databyte klant waren c.q. zijn geweest bij Databyte, te staken en gestaakt te houden, zulks op straffe van een hoofdelijk te verbeuren dwangsom van € 2.500,00 per overtreding en voor elke dag dat deze overtreding voortduurt; 4. [CL], [L BV] en Lantack hoofdelijk te veroordelen om aan Databyte te voldoen bij wijze van voorschot op de verschuldigde verbeurde boetes c.q. schadevergoeding een bedrag van € 100.000,00, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 september 2008 tot aan de dag der algehele voldoening; 5. gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten. 2.2 Gedaagden weerspreken de vorderingen. in voorwaardelijke reconventie: 2.3 Indien geoordeeld zou worden dat het concurrentiebeding geldend zou zijn, verzoekt [CL] primair het concurrentiebeding te vernietigen met terugwerkende kracht en subsidiair het concurrentiebeding te schorsen met terugwerkende kracht totdat in de bodemprocedure is beslist. 2.4 Databyte verzoekt deze vorderingen af te wijzen. 3. De beoordeling In conventie en voorwaardelijke reconventie: 3.1 Tussen partijen staan de volgende feiten in rechte vast: 1. Databyte, gevestigd in Steenbergen, is een bedrijf dat zich – kort samengevat - bezighoudt met het verlenen van diensten in de ICT-branche; 2. [CL] is op 18 oktober 2001 bij Databyte in dienst getreden in de functie van Netwerk Engineer, op basis van een arbeidsovereenkomst voor de bepaalde tijd van 1 jaar; 3. in artikel 1.2 van de arbeidsovereenkomst is bepaald: “Na gebleken geschiktheid zal dit dienstverband na vermelde periode worden omgezet in een dienstverband voor onbepaalde tijd”; 4. in voornoemde arbeidsovereenkomst is in artikel 5.1 een non-concurrentiebeding opgenomen dat luidt als volgt: “Het is de werknemer verboden binnen een tijdvak van één jaar na beëindiging van de dienstbetrekking zelf binnen een kring met Steenbergen als middelpunt en met een straal van 30 km in enigerlei vorm een zaak, gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan die van de vennootschap te vestigen, te drijven, mede te drijven of te doen drijven, hetzij direct, hetzij indirect als ook financieel in welke vorm ook bij een dergelijke zaak belang te hebben, direct of indirect of daarin of daarvoor op enigerlei wijze werkzaam te zijn, hetzij tegen vergoeding, hetzij om niet, of daarin aandeel van welke aard ook te hebben”; 5. artikel 5.2 van de arbeidsovereenkomst luidt als volgt: “Bij overtreding van het in artikel 5, lid 1, omschreven verbod verbeurt de werknemer ten behoeve van de vennootschap een dadelijk opeisbare boete van f 5.000,00 per overtreding en voor elke dag dat de werknemer in overtreding is, onverminderd het recht van de vennootschap om nakoming en/of volledige schadevergoeding te vorderen”; 6. omstreeks medio 2002 is aan [CL] een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aangeboden, welke overeenkomst nimmer werd ondertekend door [CL]; 7. op initiatief van [CL] is aan het tussen hem en Databyte gesloten dienstverband per 31 maart 2008 een einde gekomen; 8. per 1 april 2008 is [L BV] opgericht, gevestigd te Bergen op Zoom, waarvan [CL] directeur en enig aandeelhouder is; 9. per 1 april 2008 is Lantack opgericht, gevestigd te Halsteren, met [L BV] en Kiesbrink Holding als bestuurders; 10. Lantack is een onderneming die zich richt op het verlenen van diensten in de ICT-branche; 11. bij aangetekend schrijven van 26 september 2008 zijn [CL] en [L BV] door Databyte gesommeerd te bevestigen dat zij hun werkzaamheden voor Lantack alsmede hun betrokkenheid bij deze vennootschap beëindigen alsmede beëindigd houden. Tevens is hierbij door Databyte aanspraak gemaakt op verbeurde contractuele boetes ten bedrage van € 403.864,42 en zijn [CL] en [L BV] aansprakelijk gesteld voor de door Databyte geleden en te lijden schade; 12. bij aangetekend schrijven van 26 september 2008 is Lantack door Databyte gewezen op de overtreding door [CL] van het overeengekomen non-concurrentiebeding en zijn onrechtmatig handelen jegens Databyte. Hierbij is aangegeven dat [L BV] en Lantack jegens Databyte onrechtmatig handelen door mee te werken aan, althans gelegenheid te bieden tot en aldus te profiteren van de toerekenbare tekortkoming c.q. het onrechtmatig handelen van [CL] jegens Databyte. Tevens is Lantack aansprakelijk gesteld voor - kort samengevat – de dientengevolge door Databyte geleden en nog te lijden schade. In conventie: 3.2 Databyte legt aan haar vorderingen het tussen haar en [CL] overeengekomen non-concurrentiebeding ten grondslag. Volgens Databyte is er tussen partijen een geldig non-concurrentiebeding overeengekomen en handelt [CL] in strijd met dit beding. Databyte stelt – kort samengevat - dat [CL] en het (mede) door hem opgerichte [L BV] en Lantack, zich bezighouden met het verlenen van concurrerende diensten in de ICT-branche, binnen een straal van 30 kilometer met Steenbergen als middelpunt. Daarnaast stelt Databyte dat [CL] op stelselmatige wijze klanten van Databyte heeft benaderd c.q. benadert, waarmee hij op onrechtmatige wijze het bedrijfsdebiet van Databyte benadeelt en haar schade heeft toegebracht en toebrengt. Databyte vordert dan ook dat gedaagden zich onthouden van verdere overtredingen van het non-concurrentiebeding, alsmede dat [L BV] en Lantack worden veroordeeld om hun onrechtmatig handelen jegens Databyte te staken. Dit alles op straffe van een dwangsom. Tevens maakt Databyte jegens [CL] aanspraak op een voorschot van de door hem – ten gevolge van de overtredingen van het non-concurrentiebeding – verbeurde boetes, welk voorschot is becijferd op een bedrag van € 100.000,00. Jegens C BV en Lantack maakt Databyte eveneens (hoofdelijk) aanspraak op een voorschot van de schadevergoeding, ten bedrage van € 100.000,00. 3.3 Gedaagden voeren – samengevat – het volgende verweer: a. primair: het oorspronkelijk tussen [CL] en Databyte overeengekomen concurrentiebeding geldt niet meer aangezien de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst niet zonder tegenspraak is voortgezet; b. subsidiair: het concurrentiebeding is nietig, aangezien concurrentiebeperkende overeenkomsten tussen ondernemingen nietig zijn; c. meer subsidiair: er is niet voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste, met als gevolg dat het concurrentiebeding niet geldend is; d. gedaagden hebben niet op stelselmatige wijze klanten van Databyte benaderd; e.Lantack heeft niet onrechtmatig jegens Databyte gehandeld en heeft Databyte ook geen schade toegebracht. Het voorgaande onder a. tot en met c. leidt er volgens gedaagden toe dat de vorderingen jegens [CL] en [L BV] afgewezen dienen te worden. In samenhang met hetgeen genoemd is onder d. en e., dienen ook de vorderingen jegens Lantack afgewezen te worden, aldus gedaagden. 3.4 Uit de stellingen van Databyte, inhoudende dat de onrechtmatige concurrerende activiteiten van gedaagden alsmaar voortduren en dat Databyte daardoor voortdurend en steeds meer schade lijdt, volgt het spoedeisend karakter van de vorderingen van Databyte, zodat zij in zoverre in die vorderingen kan worden ontvangen. 3.5 Een non-concurrentiebeding als het onderhavige is in beginsel slechts geldig indien de werkgever dit schriftelijk is overeengekomen met een meerderjarige werknemer. De kantonrechter is voorshands van oordeel dat aan dit schriftelijkheidsvereiste is voldaan en dat er tussen partijen derhalve een rechtsgeldig non-concurrentiebeding tot stand gekomen is. Immers, in de oorspronkelijk tussen [CL] en Databyte gesloten schriftelijke arbeidsovereenkomst voor de bepaalde tijd van 1 jaar d.d. 18 oktober 2001, is in artikel 5.1 een non-concurrentiebeding opgenomen. [CL] stelt dat hij de aan hem aangeboden schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met als datum 31 oktober 2002, niet heeft willen ondertekenen in verband met het daarin opgenomen concurrentiebeding en hij stelt dat hij zijn weigering om de arbeidsovereenkomst te ondertekenen, ook kenbaar heeft gemaakt. Door Databyte wordt weliswaar erkend dat de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd nimmer is ondertekend, doch zij betwist – bij gebrek aan wetenschap – dat de reden zou zijn gelegen in het non-concurrentiebeding. Volgens Databyte is het in haar onderneming een feit dat er niet aan het non-concurrentiebeding wordt getornd. Indien er door [CL], zoals deze zelf stelt, zou zijn gesproken over het non-concurrentiebeding, dan zou dit schriftelijk zijn vastgelegd, aldus Databyte. Gezien deze betwisting door Databyte, had het op de weg van [CL] gelegen om zijn stelling – dat er sprake is geweest van tegenspraak - op enigerlei wijze nader te onderbouwen. Hiertoe is [CL] niet overgegaan. Nu Databyte onweersproken heeft gesteld dat er in haar onderneming niet aan het concurrentiebeding wordt getornd en er door [CL] geen schriftelijk stuk of verklaring in het geding is gebracht waaruit blijkt dat hij de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd niet wilde ondertekenen in verband met het daarin opgenomen concurrentiebeding, is niet gebleken dat de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst niet zonder tegenspraak zou zijn voortgezet. Het enkele niet ondertekenen van de arbeidsovereenkomst is daartoe onvoldoende. In de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is ook uitdrukkelijk opgenomen dat het dienstverband, na gebleken geschiktheid, na de periode van één jaar zal worden omgezet in een dienstverband voor onbepaalde tijd. Gelet op al het voorgaande, moet het ervoor worden gehouden dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen, na afloop van het eerste jaar, stilzwijgend is voortgezet op dezelfde vroegere voorwaarden. Door [CL] is ook niet gesteld dat er sprake is van een (zodanig ingrijpende) wijziging in de arbeidsverhouding dat daardoor het concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder op hem is gaan drukken, hetgeen hernieuwde schriftelijke vastlegging vergde. Daarbij komt dat het concurrentiebeding, zoals dat is opgenomen in de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, hetzelfde luidt als het oorspronkelijk overeengekomen concurrentiebeding. Dit brengt met zich mee dat het in het oorspronkelijke arbeidscontract opgenomen schriftelijke non-concurrentiebeding, ook in de stilzwijgend voortgezette arbeidsovereenkomst geacht moet worden te zijn opgenomen. Aan het verweer van gedaagden, dat het concurrentiebeding nietig is aangezien concurrentiebeperkende overeenkomsten tussen ondernemingen nietig zijn, wordt voorbij gegaan, aangezien het non-concurrentiebeding is overeengekomen tussen Databyte en [CL] persoonlijk. De conclusie is voorshands, gelet op al het vooroverwogene, dat tussen Databyte en [CL] een rechtsgeldig concurrentiebeding tot stand is gekomen. 3.6 In een kort geding procedure kan een vordering als de onderhavige slechts worden toegewezen indien het voorshands voldoende aannemelijk is te achten dat de bodemrechter, de wederzijdse belangen in aanmerking nemende, een overeenkomstige vordering zal toewijzen. Derhalve wordt als volgt overwogen. 3.7 Vooropgesteld zij dat het werkingsbereik van het tussen [CL] en Databyte overeengekomen concurrentiebeding, zowel geografisch als in tijd, beperkt is. Immers, het tijdvak waarbinnen [CL] geen concurrerende activiteiten mag ondernemen is één jaar en in geografisch opzicht is bepaald dat de concurrentie – kort samengevat – niet mag plaatsvinden binnen een straal van 30 kilometer met Steenbergen als middelpunt. Voorts is door gedaagden erkend dat door Lantack B.V. zogenaamde ICT werkzaamheden worden uitgevoerd, welke werkzaamheden min of meer verwant zijn aan die van het bedrijf van Databyte. Vast staat ook dat een aantal klanten die voorheen hun producten en/of diensten van Databyte afnamen inmiddels diezelfde producten en/of diensten van Lantack betrekken. Mede gelet op al het overige dat door partijen in het kader van deze procedure naar voren is gebracht, staat voorshands vast dat Lantack en Databyte als concurrent van elkaar kunnen worden beschouwd. 3.8 Volgens Databyte hebben gedaagden stelselmatig klanten van Databyte benaderd teneinde deze klanten te bewegen diensten van Lantack te betrekken, waarmee zij op onrechtmatige wijze het bedrijfsdebiet van Databyte benadelen en Databyte schade toebrengen. Voor zover thans bekend, gaat het volgens Databyte in elk geval om de klanten Rieber & Son, Acess Benelux, Maflow en Fairmount Marine B.V. Door gedaagden wordt betwist dat zij op stelselmatige wijze klanten van Databyte hebben benaderd. Volgens gedaagden hebben voormalige klanten van Databyte zich uit eigen beweging tot Lantack gewend, omdat ze niet tevreden waren over Databyte. Aangezien de informatie over Lantack gewoon via internet raadpleegbaar is, is het volgens gedaagden niet zo verwonderlijk dat voornoemde klanten zich bij Lantack hebben gemeld. Deze klanten zouden, volgens gedaagden, in ieder geval elders (dan bij Databyte) hun heil hebben gezocht, zodat Lantack aan Databyte ook geen schade heeft toegebracht. Zoals reeds onder 3.7 is vermeld, staat vast dat een aantal voormalige klanten van Databyte inmiddels voor diezelfde producten en/of diensten klant zijn van Lantack. Vast staat ook dat Lantack, gevestigd is in Halsteren, hetgeen gelegen is binnen een straal van 30 kilometer van Steenbergen. En tot slot staat vast dat er nog geen jaar is verstreken nadat [CL] bij Databyte uit dienst is getreden. Het kan in het midden blijven of de bewuste klanten stelselmatig door gedaagden zijn benaderd of uit eigen beweging klant bij Lantack zijn geworden. Uit het voorgaande volgt immers, dat voorshands is gebleken dat [CL] in strijd heeft gehandeld met het concurrentiebeding, zoals hierboven weergegeven onder 3.1.4. Gelet op de inhoud van de sommatiebrieven d.d. 26 september 2008, zoals onder 3.1.11 en 3.1.12 geciteerd, volgt uit het voorgaande ook dat voorshands is gebleken dat Lantack en [L BV] onrechtmatig hebben gehandeld jegens Databyte door te profiteren van de toerekenbare tekortkoming c.q. het onrechtmatig handelen van [CL] jegens Databyte. De vraag die vervolgens aan de orde is, is welke schade Databyte hierdoor heeft geleden en/of op welke boetebedragen zij aanspraak kan maken. 3.9 Door Databyte wordt het bedrag aan contractueel verbeurde boetes door [CL] in de brief van 15 oktober 2008 becijferd op een bedrag van € 449.242,20 (namelijk 198 dagen x f 5.000,00, zoals in artikel 5.2 van de arbeidsovereenkomst is bepaald). Tevens stelt Databyte daadwerkelijk aanmerkelijke schade geleden te hebben en nog te lijden, waarbij zij de winstderving voor één jaar becijfert op een bedrag van € 61.943,00. In deze procedure vordert Databyte een voorschot op voornoemde boete en schade. Voorshands is voor de kantonrechter voldoende aannemelijk geworden dat [CL] – gelet op het hiervoor overwogene - een bedrag aan boetes is verschuldigd aan Databyte. Vooruitlopend op de bodemprocedure zal als voorschot op de reeds door [CL] op grond van artikel 5.2 van de arbeidsovereenkomst verbeurde boetes, een bedrag worden toegewezen van € 15.000,00. Nu het spoedeisende karakter ten aanzien van het meerdere niet is gebleken, wordt de veroordeling thans daartoe beperkt. Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter heeft Databyte voorshands voldoende aannemelijk gemaakt dat zij schade heeft geleden en (mogelijk) nog zal gaan lijden door de handelwijze van [CL]. Gedaagden hebben tijdens de mondelinge behandeling weliswaar aangegeven dat het overzicht van de becijfering van de winstderving niet helder is en dat er relaties op staan die al lang weg waren bij Databyte, doch zij hebben tevens aangegeven dat deze winstderving maximaal € 15.000,00 op jaarbasis betreft. Gelet op al het voorgaande acht de kantonrechter het voorshands voldoende aannemelijk dat in een bodemprocedure een bedrag aan schadevergoeding zal worden toegewezen, en derhalve zal als voorschot hierop, een bedrag van € 15.000,00 worden toegewezen. 3.10 Ten aanzien van het gevorderde, zoals hierboven onder 2.1 is weergegeven, wordt – gelet op al het voorgaande - nog het volgende opgemerkt. Het onder sub 1 en 2 gevorderde is toewijsbaar, voor zover het werkzaamheden, diensten en/of betrokkenheid betreft die in strijd zijn met het concurrentiebeding, zoals in het dictum geformuleerd. Het onder sub 3 gevorderde is toewijsbaar, voor zover de relaties worden bediend door gedaagden in strijd met hetgeen is overeengekomen in het non-concurrentiebeding. Gelet op enerzijds de belangen van Databyte bij de onderhavige veroordelingen en anderszijds teneinde gedaagden enige tijd te gunnen om gehoor te kunnen geven aan de veroordelingen, worden de vorderingen sub 1, 2 en 3 toegewezen ingaande binnen twee dagen na betekening van dit vonnis. Ten aanzien van het sub 4 gevorderde, zal jegens [CL] het hierboven genoemde bedrag van € 15.000,00 als voorschot ten aanzien van reeds verbeurde boetes worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 september 2008. Tevens zullen [L BV] en Lantack hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling van voornoemd bedrag van € 15.000,00 als voorschot ter zake schadevergoeding, eveneens te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 september 2008. De gevorderde dwangsommen zullen jegens [L BV] en Lantack worden toegewezen, zij het (telkens) met een maximum van € 250.000,00. Gelet op het tussen [CL] en Databyte geldende boetebeding, ziet de kantonrechter geen aanleiding om de gevorderde dwangsommen jegens [CL] toe te wijzen. 3.11 Gedaagden dienen, als de in het ongelijk te stellen partijen, hoofdelijk te worden verwezen in de proceskosten. in voorwaardelijke reconventie: 3.12 Nu hiervoor is geoordeeld dat het concurrentiebeding geldend is, is voldaan aan de voorwaarde die is gesteld aan de eis in reconventie. [CL] heeft in reconventie primair verzocht het concurrentiebeding te vernietigen met terugwerkende kracht en subsidiair het concurrentiebeding te schorsen met terugwerkende kracht totdat in de bodemprocedure is beslist. Een voorlopige voorzieningsprocedure leent zich niet voor een constitutieve uitspraak inzake de matiging van een concurrentiebeding, met als gevolg dat een vernietiging van het concurrentiebeding niet aan de orde is. Ten aanzien van de subsidiair gevorderde schorsing geldt dat deze in een voorlopige voorzieningsprocedure alleen kan worden uitgesproken indien het (zeer) waarschijnlijk is te achten dat de bodemrechter, de wederzijdse belangen in aanmerking nemende, het concurrentiebeding teniet zal doen. Gelet op hetgeen in conventie is overwogen, wordt voorshands geoordeeld dat [CL] door het beding niet onbillijk wordt benadeeld, in verhouding tot het te beschermen belang van Databyte. Derhalve zal de subsidiaire vordering worden afgewezen. 3.13 Eisers dienen, als de in het ongelijk te stellen partijen, hoofdelijk te worden verwezen in de proceskosten. 4. De beslissing bij wege van voorlopige voorziening De kantonrechter: In conventie: - veroordeelt [CL] en [L BV] om hun werkzaamheden voor Lantack alsmede hun betrokkenheid bij Lantack – voor zover dit in strijd is met het concurrentiebeding – binnen twee dagen na betekening van dit vonnis, te beëindigen alsmede beëindigd te houden tot 31 maart 2009, alsmede veroordeelt [CL] tot naleving van het non-concurrentiebeding, opgenomen in artikel 5.1 van de tussen partijen gesloten schriftelijke arbeidsovereenkomst d.d. 18 oktober 2001, zulks eveneens binnen twee dagen na betekening van dit vonnis en tot 31 maart 2009, één en ander voor [L BV] op straffe van een te verbeuren dwangsom van € 2.500,00 per overtreding en voor elke dag dat deze overtreding voortduurt, met een maximum van € 250.000,00; - veroordeelt Lantack om, binnen twee dagen na betekening van dit vonnis en wel tot 31 maart 2009 op geen enkele wijze, niet direct en niet indirect, door middel van [L BV] noch op andere wijze, [CL] nog toe te laten tot en/of in te schakelen ten behoeve van Lantack, niet direct en niet indirect, alsmede op geen enkele wijze nog gebruik te maken van de diensten van [CL] – dit alles voor zover dit in strijd is met het concurrentiebeding -, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.500,00 per overtreding en voor elke dag dat deze overtreding voortduurt, met een maximum van € 250.000,00; - veroordeelt [CL], [L BV] en Lantack om hun werkzaamheden voor relaties, die tijdens het dienstverband van [CL] bij Databyte klant waren c.q. zijn geweest bij Databyte, binnen twee dagen na betekening van dit vonnis, te staken en gestaakt te houden, voor zover de relaties worden bediend door gedaagden in strijd met hetgeen is overeengekomen in het non-concurrentiebeding, zulks voor C BV en Lantack op straffe van een hoofdelijk te verbeuren dwangsom van € 2.500,00 per overtreding en voor elke dag dat deze overtreding voortduurt, met een maximum van € 250.000,00; - veroordeelt [CL] om aan Databyte te voldoen bij wijze van voorschot op de verschuldigde verbeurde boetes, een bedrag van € 15.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 september 2008 tot aan de dag der algehele voldoening en veroordeelt [L BV] en Lantack hoofdelijk om aan Databyte te voldoen bij wijze van voorschot ter zake van schadevergoeding een bedrag van € 15.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 september 2008 tot aan de dag der algehele voldoening; - veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de kosten van dit geding, aan de zijde van Databyte gevallen en tot deze uit¬spraak begroot op een bedrag van € 788,80, waaronder een bedrag van € 400,00 aan gemachtigdensalaris; - verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad; - wijst af het meer of anders gevorderde. In reconventie: - wijst het gevorderde af; - veroordeelt eisers hoofdelijk in de kosten van dit geding, aan de zijde van Databyte gevallen en tot deze uit¬spraak begroot op een bedrag van € 200,00 aan gemachtigdensalaris. Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Minnaar, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 18 december 2008.